woensdag 20 november 2013

Zijn naam is Mahfouz


Hey allemaal
Mijn moeder is net terug uit Egypte. Ze heeft veel leuke verhalen en mooie foto's, maar er is één ding dat ze eerst eigenlijk niet durfde te vertellen. Omdat India en ik zo nieuwsgierig waren, heeft ze het uiteindelijk toch verteld. Ik hoor het haar nog zeggen alsof het twee seconden geleden is: "Ik heb iemand leren kennen" ... Ik was geschokt. Nu nog, ik bedoel, mijn vader is nog maar net gestorven en ze begint al met iemand anders. 

Zijn naam is Mahfouz Husseini en hij is een Egyptenaar. Hij is een moslim en niet zomaar één, nee, een echte. Hij bidt elke dag vijf keer in de richting van Mekka. Mijn moeder is ogenschijnlijk wel gelukkig met hem en ik... ik weet het niet. Hij maakt mijn moeder gelukkig, India heeft er geen problemen mee, maar toch, ..., het voelt verkeerd aan.

Frans vindt Mahfouz niet leuk. Ik kan het zien aan hem. Mahfouz wil Frans altijd en overal naar toe rijden in zijn rolstoel. Maar Frans wil zelfstandig zijn, hij wil laten zien wat hij met één sterke arm kan. Het gaat alsmaar beter met hem en dat wil hij gewoon laten zien.

Dat brengt me bij het vliegtuig. Christof, Frans, Engel en ik hebben samen het plan van het vliegtuig uitgetekend. Hier hebben we even aan gewerkt. Elke middag een week lang hebben we in mijn garage getekend. Soms kwam India er zelfs bij zitten. Daarna zijn we alle onderdelen gaan halen. Sommige stukken hebben we gewoon op de vuilnisbelt gevonden. Nu zijn we het samen aan het maken.  Het wordt echt groots. Ik wil met dit vliegtuig echt kunnen vliegen. Dat zou pas een overwinning zijn. Ik weet enkel nog niet waar ik moet opstijgen, want daar is veel plek voor nodig. Ik denk dat als mijn vader nog zou leven, hij het geweldig zou vinden.












woensdag 13 november 2013

Ik ben Joe Speedboot




Hey allemaal

Ik ben Joe Speedboot. Ik ben 14 jaar. Sinds kort woon ik in Lomark. Ik denk dat niet veel mensen daar me aardig vinden. Overal waar ik kom, wordt er achter mijn rug over me gesproken. Maar gelukkig heb ik toch enkele vrienden die me wel aardig vinden. Eigenlijk maakt het me niet zoveel uit dat die mensen me niet leuk vinden, zolang ik mijn vrienden, Engel, Christof en Frans, maar heb. 

Mijn familie is ook belangrijk voor mij. Mijn vader is onlangs omgekomen. Hij reed met een vrachtwagen en ik zat naast hem. Hij verloor controle over het stuur en we vlamde recht op een muur af. Het ergste was niet het op de muur rijden, vind ik, maar mijn vader vinden onder het puin en beseffen dat hij dood is. Nu zijn we dus nog met drie, mijn moeder, mijn zus, India, en ik.

Ik houd van knutselen. Maar het is niet zomaar knutselen.  Pas heb ik op de jongenstoiletten in het school een bom gemaakt. Dit was niet de eerste bom die ik had gemaakt. Dit is misschien wel een reden waarom mensen me niet aardig vinden. Maar de bommen zijn niet gevaarlijk en ik vind kleine ontploffingen leuk. Zo heb ik trouwens één van mijn vrienden leren kennen. Ik was een bom aan het maken in een huis dat leegstond. Het huis staat aan de rand van het dorp. Plots merkte ik iemand in een rolstoel op die me in de gaten hield. Ik had al snel door dat hij niet kon praten en maar één arm kon bewegen, maar hij luisterde aandachtig naar wat ik zei. Samen hebben we gekeken naar de ontploffing van mijn bom. Sindsdien zijn Frans en ik vrienden.

Het volgende wat ik wil knutselen is een vliegtuig. Geen klein vliegtuigje, nee, een groot vliegtuig waar ik mee kan vliegen.  Alles wat ik wil maken, zal ik ook maken. Ik ben misschien nog te jong om een vliegtuig te maken. Ik weet dat de mensen dat zullen denken. Maar als je een idee hebt, dan moet je dat doen. Anders ga je later spijt hebben dat je het niet gedaan heb. Ik weet dat Frans me wil helpen. Hij heeft een hele sterke arm. Dus misschien kan ik hem voorwerpen laten ombuigen. Maar meer kan hij niet doen. Ik denk dat hij dat wel jammer vind. Ik hoop dat hij snel weer kan praten.