Hey allemaal
Ik ben Joe Speedboot. Ik ben 14 jaar. Sinds kort woon ik in
Lomark. Ik denk dat niet veel mensen daar me aardig vinden. Overal waar ik kom,
wordt er achter mijn rug over me gesproken. Maar gelukkig heb ik toch enkele vrienden
die me wel aardig vinden. Eigenlijk maakt het me niet zoveel uit dat die mensen
me niet leuk vinden, zolang ik mijn vrienden, Engel, Christof en Frans, maar
heb. 
Mijn familie is ook belangrijk voor mij. Mijn vader is
onlangs omgekomen. Hij reed met een vrachtwagen en ik zat naast hem. Hij
verloor controle over het stuur en we vlamde recht op een muur af. Het ergste
was niet het op de muur rijden, vind ik, maar mijn vader vinden onder het puin
en beseffen dat hij dood is. Nu zijn we dus nog met drie, mijn moeder, mijn
zus, India, en ik. 
Ik houd van knutselen. Maar het is niet zomaar knutselen. Pas heb ik op de jongenstoiletten in het school een bom gemaakt. Dit was niet de eerste bom die ik had gemaakt. Dit is misschien wel een reden waarom mensen me niet aardig vinden. Maar de bommen zijn niet gevaarlijk en ik vind kleine ontploffingen leuk. Zo heb ik trouwens één van mijn vrienden leren kennen. Ik was een bom aan het maken in een huis dat leegstond. Het huis staat aan de rand van het dorp. Plots merkte ik iemand in een rolstoel op die me in de gaten hield. Ik had al snel door dat hij niet kon praten en maar één arm kon bewegen, maar hij luisterde aandachtig naar wat ik zei. Samen hebben we gekeken naar de ontploffing van mijn bom. Sindsdien zijn Frans en ik vrienden.
Het volgende wat ik wil knutselen is een vliegtuig. Geen klein vliegtuigje, nee, een groot vliegtuig waar ik mee kan vliegen. Alles wat ik wil maken, zal ik ook maken. Ik ben misschien nog te jong om een vliegtuig te maken. Ik weet dat de mensen dat zullen denken. Maar als je een idee hebt, dan moet je dat doen. Anders ga je later spijt hebben dat je het niet gedaan heb. Ik weet dat Frans me wil helpen. Hij heeft een hele sterke arm. Dus misschien kan ik hem voorwerpen laten ombuigen. Maar meer kan hij niet doen. Ik denk dat hij dat wel jammer vind. Ik hoop dat hij snel weer kan praten.
Ik houd van knutselen. Maar het is niet zomaar knutselen. Pas heb ik op de jongenstoiletten in het school een bom gemaakt. Dit was niet de eerste bom die ik had gemaakt. Dit is misschien wel een reden waarom mensen me niet aardig vinden. Maar de bommen zijn niet gevaarlijk en ik vind kleine ontploffingen leuk. Zo heb ik trouwens één van mijn vrienden leren kennen. Ik was een bom aan het maken in een huis dat leegstond. Het huis staat aan de rand van het dorp. Plots merkte ik iemand in een rolstoel op die me in de gaten hield. Ik had al snel door dat hij niet kon praten en maar één arm kon bewegen, maar hij luisterde aandachtig naar wat ik zei. Samen hebben we gekeken naar de ontploffing van mijn bom. Sindsdien zijn Frans en ik vrienden.
Het volgende wat ik wil knutselen is een vliegtuig. Geen klein vliegtuigje, nee, een groot vliegtuig waar ik mee kan vliegen. Alles wat ik wil maken, zal ik ook maken. Ik ben misschien nog te jong om een vliegtuig te maken. Ik weet dat de mensen dat zullen denken. Maar als je een idee hebt, dan moet je dat doen. Anders ga je later spijt hebben dat je het niet gedaan heb. Ik weet dat Frans me wil helpen. Hij heeft een hele sterke arm. Dus misschien kan ik hem voorwerpen laten ombuigen. Maar meer kan hij niet doen. Ik denk dat hij dat wel jammer vind. Ik hoop dat hij snel weer kan praten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten